Kinderspel

Schaakmat

Op de nieuwe locatie krijgen we een rondleiding. Degene die ons rondleidt heeft het over ‘rolstoelers’ en ‘lopers’. Een prachtige beeldspraak komt in me op: lopers zijn stukken op een schaakbord. Deze stukken kun je oppakken en ergens anders neerzetten. Maar wel volgens bepaalde regels. Als je die regels maar volgt, kun je iemand schaakmat zetten. Wij hebben geen loper, wij hebben een rolstoeler. Wij gebruiken alleen andere termen, namelijk ‘onze dochter’ of ‘ons meisje’. Er werd met ons gespeeld volgens bepaalde regels en we stonden schaakmat. Het spel werd namelijk intern gespeeld, en wij stonden erbuiten, want extern.

Nieuwe spelregels

Gelukkig hebben we de spelregels weten te veranderen. En spelen we nu weer samen een spelletje. Belangrijkste spelregel nummer 1: speel hand in hand, anders ben je af. Tweede belangrijke spelregel: het spel is om buiten te spelen, waarbij er geen muren of vakken ‘intern’ of ‘extern’ mogen zijn. Laatste spelregel: let op je taalgebruik. De woorden waarmee je de ander toespreekt zeggen namelijk alles over hoe je over die ander en over het spel denkt. Woorden zijn een krachtig wapen in je spel.

Daarna gaat het spel als volgt: ga samen verder tot de volgende uitdaging en bedenk samen een creatieve oplossing. Het spel kent geen verliezers, alleen winnaars. Nu moeten alleen nog alle spelers deze spelregels leren. Als je het eenmaal weet, is het namelijk kinderspel. En daar draait het ook om, om ons kind.

Hoe speel jij dit spel?

@ElkedeQuay

PS. Dit blog is een vervolg op twee eerdere posts op mijn eigen LinkedIn-profiel:
1. Maar wat als ze 15 ½ wordt? 
2. Vervolg op ‘Maar wat als ze 15 ½ wordt?’